maandag 26 december 2011

Tevens in het Latijn

Farai un vers de dreit nien
Ik schrijf een lied zonder zin, want ongetwijfeld, onbesuisd, geloof jij nog wel in liefde. Verre zij het van jou Aragon te lezen; Brassens te beluisteren.
Jij wie, zinloos omdat de wereld je eenvoud is. Omdat wat ik schrijf voor jou onverkort een doordruk van de wereld is. Een op een, als schreef ik je nu vrij van mystificatie aan, als verstak ik me niet wederom in poëtische plooien. Buiten kijf geloof je vanzelfsprekend dat je betroffen wordt you're so vain.
Fait ai lo vers no sai de cui
Ik schrijf dit lied voor ik weet niet wie. Niet omdat je de kassa doet rinkelen of me cheques bezorgt, waarop ik je naam vergeet. (Nee, inderdaad) Niet omdat ik te bang ben je bij naam te noemen. (Maar wel minstens te voorzichtig) Niet omdat ik niemand te bezingen heb. (Al is het niet elke dag dezelfde. Bizar hoe je haar jezelf aantrekkelijker maken kan. Bizar dat ze mooier wordt op loutere basis van jouw perceptie van de aandacht die ze je geeft. Zo rol je verder van de ene verlichting in de andere verwarming en als de slinger van een staande klok tik je weerszijden brutaal voorzichtig aan) Niet omdat ik zulk een groot dichter ben. (Bij momenten stem ik mezelf niet ontevreden) Ik weet niet wie; ook ik is een ander, hoe zou een ander me ooit wie ook wezen.
Je congnois tout, fors que moi mesmes.
Ik ben een tafel, ik ben een eenhoorn (niet waar) ik ben niet geen paradox (integendeel nochtans), mag ik me in slaap laten sussen door de heilige matrimonie van vinger en trekker sweet nothings for the numb. Tau heeft dit mes in mijn hand gelegd.
Je suy cellui au cueur vestu de noir
Karel en Frank hebben een konijnensprong van mijn schouders genomen, nu zijn de enige gidsen die ik had uitgesmeerd op cement. Daden schreeuwen wat woorden hoogstens kunnen fluisteren. Alsnog ontvliedt ieder elk verstaan. Door het hennepvenster blik ik leeg om me heen, doodgemoedereerd, oedipaal onbevangen van enige angst voor die wurgende cycloop.
Plus ne suis ce que j'ai esté
Kan je me ook vergeven voor mijn macabere dans, dit bal van geraamten waar ik je tevens in meegesleept heb? Dat ik je eveneens zo ruw heb omgekeerd?
Hypocrite lecteur, - mon semblable,- ma soeur!

Geen opmerkingen: