woensdag 13 oktober 2010

Horror Vacui

Ze zitten met zijn tweeën in de resto. Ze werpen steelse blikken om zich heen, bestuderen de schare keuvelende studenten – het middageten heeft gewoonlijk meer van een receptie hier, qua ambient dan toch. Op gedempte toon wisselen ze diepe gedachten uit.

“Onze hoop en verwachting komen van zwarte gaten en openbaringen. Van zwarte gaten in openbaringen. Of omgekeerd. Als we het sterrenlicht maar najagen. Mercurius is in een retrograde, dus als jij mij wordt en ik jou, zullen we het nalaten om te klagen over jouw rookgedrag en mijn afstandelijkheid.”

In vele platitudes representeren ze elkander de waarheid en niets dan de waarheid. Na onderwerpsgewijs elkaars beurse plekken gevoelig te hebben afgetast – preformatie, interformatie, verduidelijking, ontmijning – kunnen ze overgaan tot de dingen in het leven die waarlijk belangrijk zijn voor hen als adolescente mannen.

“Hoe vond je de Simpsons gisteren? Hans Teeuwen was weer eens op het randje, maar we hebben toch goed gelachen. Nog iets leuks gezien op Youtube? Oh, dat heb ik al op Facebook gezet. Nee, Louis Vuitton vind ik erover, geef mij maar Pringles. Als Bohemian Rhapsody een favoriet nummer had, dan zou het een 0485 zijn.”

In de volheid van hoofden en magen paraderen ze tegader naar buiten, alwaar elk zijns weegs gaat. Ze grinniken nog na, maar de existentiële crisis loert al om de hoek. Hoe komt het toch dat ze elkaar nog net niet genoeg kunnen vertrouwen? Onafhankelijk van elkaar hebben ze nochtans dezelfde, albeit seksistische theorie ontwikkeld.

“Het is heel eenvoudig. Vrouwen veranderen voortdurend van mening. Dat is dus telkens een andere prikkel voor ons. Alsof dat niet genoeg is doorlopen ze ook meer fases dan de maan. Blij, afhankelijk, afstandelijk, pms, gewoon kregelig, aanhalig, menstruatie, en vele, vele andere. Verbaast het dat wij meer last hebben van menstruatiepijnen? Die totale overdosis aan prikkels veroorzaakt aangeleerde hulpeloosheid in mannen. Liefst zouden ze in een hoekje gaan zitten huilen, maar in dat hoekje zitten al vier andere mannen en je gaat natuurlijk niet zitten huilen waar anderen bij zitten. Als defensiemechanisme ga je dan maar tegen elkaar opscheppen welke vrouwen je wel eens zou pakken. Het is zuiver contingente coping.”

Ze zuchten allebei. Dergelijke zielenroerselen delen gaat al ver, maar liefst zouden ze elkaar nog veel verder vertrouwen. Nu blijft elk van hen eenzaam worstelen met de eeuwige vragen die hen kwellen.

“Hoe geef ik nu eigenlijk echt zin aan mijn leven? Ben ik het enige waar ik geloof in kan stellen? Wat als ik nu eens ongelijk heb? Op wie kan ik vertrouwen als ik echt tegenslag heb, naar wie kan ik rennen om compleet onmannelijk te janken? Is er nog iets voorbij de sterren? En vooral, vindt ze me leuk?

Oh, en jij? Vind jij me leuk?”

Geen opmerkingen: