zaterdag 8 januari 2011

Scylla & Charibdis

Ik heb ze gezocht, de straat met jouw gelaat. Al wat ik vond waren sporen van vier ruiters die met mijn liefste aan de haal waren en een lindeboom. Die laatste hadden de ruiters laten staan, dat was geen haalbare kaart. In frustratie heb ik de aarde in twee gescheurd met mijn geest. In de ontstane holle kies heb ik vloedgolven gebroken en gespalkt.
Ik heb geprobeerd je te zingen, te schrijven, te tekenen en uiteindelijk subliem te vermoorden. Telkens ben ik schromelijk tekort geschoten. Balkonscènes heb ik voor je ingestudeerd en soms ook achter je. Dan stond je namelijk met je rug naar mij, dat is nogal wel eens voorgekomen. Nakomertjes laten gewoonlijk na een ander voor te laten. Laat dan tenminste dat mijn nalatenschap zijn.
Zie je hoe zeer, hoe pijnlijk onmogelijk je mij bent, Janus?
Deze nacht is niemand zo gek als wij, ons twee. We dansen de wind de bomen in. Roedels wolven denderen achter onze tragische trojka aan. Nog dans ik onbezorgd in het wiel, temidden jullie tweeën, maar ooit zal een dubbele klappolka ook mij tot een graaiende keuze in de grabbelton dwingen. Geef me een tovercirkel en laat me met een vriendelijk knikje de keuze uitstellen tot later datum. Belieg me, vertel me niet wat ik al lang als evident weet. De tango vermoeit me zo. Een straat heeft toch ook twee zijden en een wegdek? Laat me dan ook in mijn schaduwzijde goudzoeker wezen.
Voor ik je ontmoette was ik een kind. Nu ben ik er twee. Onwetend cirkel ik om mezelf, herken mijn eigen zandkastelen niet als artistieke architectuur, maar slechts als grondstof voor alweer nieuwe torens en muren. Het zand is droog, maar jij hebt vier ogen om tranen te plengen. Help me kneden, zodat ik leven kan blazen in wat ik schep.
En als vanavond de zon ondergaat in de vloed, de wind warm door jouw kleedje dartelt, dan zal ik glimlachen en zullen mijn tranen naar tijm proeven en naar jasmijn ruiken. Vrolijke schaduwen zullen water naar elkaar trappen, terwijl ik staar en even alleen maar wil blijven zitten tussen het ruime sop en het vasteland.

Geen opmerkingen: