maandag 2 juni 2008

Een film behoeft

Jean-Luc Godard



Schaduwen van de maan achter slecht sluitende jaloezieën vallen haar op het gezicht. Wispelturige kringetjes witte rook stijgen op van haar elegant behandschoende vingers. Ze titst de peuk weg met haar middenvinger. Hij suist de gang door, stuitert drie keer, telkens wat asse achterlatend, en komt onder een chauffage tot stilstand. Zij neemt haar cacoche vast met beide handen, klikt hem open en neemt er iets uit. De koplampen van een voorbijrazende wagen verlengen haar sinistere silhouet. Het pistool ligt losjes in haar hand. Ze kijkt op en grijnst koket.




John Huston



Het voorwiel van de auto vermindert van seconde naar seconde zijn toerental om uiteindelijk onder piepend gesteun tot stilstand te komen. De deur zwaait open en feilloos blinkende herenschoenen betreden het vochtige asfalt. Het geritsel van een ontbrandende lucifer doorbreekt de broeierige stilte van de nacht. De man lurkt aan zijn sigaret, trekt de kraag van zijn lange regenjas recht en zet zich op het trottoir. Zijn gezicht is een schaduw onder een Fedora, verdoken achter een gloeiende askegel. Zijn voeten leiden hem naar een deur. Hij kijkt naar de fraai versierde klopper en grijnst. "Waar dromen van gemaakt zijn." Zijn hand legt zich om de klink.





Steven Soderbergh



De sterren doen waar ze zin in hebben. Lustig twinkelen ze erop los, vastbesloten de meest beklijvende prestatie neer te zetten.
Diep onder de sterren rijden drie auto's met gedimde lichten aan hoge snelheid over een tweevaksbaan. Ze stoppen enkele honderden meters voorbij de eerder gestopte wagen. Elf mannen stappen uit, stuk voor stuk met een Thompson M1A1 losjes in de rechterhand. De onweerlegbare leider van de groep is al lichtjes aan het grijzen, maar heeft een natuurlijk charisma dat hem ongetwijfeld menig snelkloppend vrouwenhart oplevert. Hij wenkt zijn kompanen. In voorzichtige looppas keren ze terug naar het huis dat ze zoëven achteloos links lieten liggen. Ze leggen zich in een grote cirkel rond de voordeur.





Martin Scorsese



"Ik kon haar met geen mogelijkheid vertrouwen. Ze was zelfverzekerd, sensueel en vooral goed. Erg goed. Maar ik had me nu eenmaal in die stront laten draaien en ik moest me er helemaal zelf weer uit zien te halen." Ze werpt een lome blik over haar schouder. Ja, hij volgt nog. Voor het raam houdt ze even stil om een nieuwe sigaret te nemen. Voor ze naar haar allumeur kan tasten houdt hij al een lucifer aan het verse uiteinde. Ze neemt hem langzaam opnieuw op, laat haar wimpers zachtjes trillen.
Dan breekt de hel los en hij had niet anders verwacht.
"Al bij de eerste lichtflits, nog voor ik de knal bemerkte, wierp ik mezelf op de grond. Dacht ze nu echt dat ik stom was?" Scherven glas kletteren op de tegelvloer. Ongenadige kogels boren zich diep in de muur. De deur wordt met weinig omhaal ingetrapt. Twee mannen komen net iets te onvoorzichtig om de hoek piepen. Zijn pistool geeft twee droge kuchen en beide mannen vallen ter aarde met een gapend gat in hun hoofd.





Sergio Leone



Ruw duwt hij haar opzij. Hoe graag hij haar ook een portie lood zou bezorgen, ze heeft nog nut te bewijzen. Hij hurkt voorzichtig aan het aan scherven geschoten raam. Buiten is er een rivaliserende bende gearriveerd en het vuurgevecht neemt nieuwe proporties aan. Hij kijkt voorzichtig toe, ziet man na man getroffen neergaan. Eén man staat lachend in de verwoesting, een duivel, een knappe duivel. Hij velt zijn tegenstanders als lege whiskyflessen. Ondanks de ongelijke strijd tussen zijn bende en de later aangekomen groep slaagt hij erin om als laatste levend over te blijven. Zijn mondharmonica schalt als hoongelach over de slachting. Hij stopt zijn pistool weg. "Dat wordt een duel." In de donkere gang zal het doek over deze avond van dood vallen. Twee mannen staan tegenover elkaar, wijdbeens, elkaar strak aanstarend. Hun beider rechterhand zweeft kort boven de ongedurige kolf van hun pistolen. De fluit weerklinkt. De lucht trilt.




Arthur Penn



Voor één van beide mannen het duel kan beslechten valt de duivel al dood neer. Drie rokende wonden ontsieren zijn ooit zo fraai gespierde bovenlijf.
Ze lacht terwijl ze het pistool weer wegstopt. Al haar verraderlijke sensualiteit heeft plaats gemaakt voor puur destructieve aantrekkingskracht. Hij draait zich om op zijn hielen, grijpt haar middel en kust haar vol op de mond. Ze spartelt niet tegen.




Darren Aronofsky



Ze neemt hem bij de hand en leidt hem de gang door. "Hij heeft altijd het beste en hij houdt het apart voor mij." Ze opent de deur naar paradijselijke onzekerheden. Een struise Afrikaan ligt op de grond, de ogen wijd open, nietsziend naar het plafond gericht. Zijn arm is afgebonden met zijn broeksriem en vertoont een lelijke blauwe zweer in de elleboogholte.
Een spichtige rosse man komt handenwrijvend op hen toe, reikt hen een kaars en een lepel aan. Hij neemt beide attributen achterdochtig aan.





Stanley Donen




"Vertel me eens, m'n beste man

Is het werkelijk waar?

Het beste wat je krijgen kan

Geef je me zomaar?"

"Dat is normaal, m'n goede vrind

Van geven wordt ik welgezind." "(Van geven wordt hij welgezind)"

"Welgezind" "Welgeziiind" "Welgezind" "Welgezihind"

"(Welgezind en wel gezwind)"

Tapdans! De naalden verschijnen





Godfrey Reggio




Twee lichamen vallen langzaam, tergend langzaam, in uiterst trage schokjes vloeien ze naar beneden, de val lijkt oneindig en de vloer ver weg. Een zweetdruppel gaat hem voor: ze daalt, daalt en daalt tot ze op het tapijt in triljoenen nog kleinere druppeltjes uiteenspat, de nog kleinere stofdeeltjes in woeste beroering brengend. Maar de razernij van het stof ontvouwt zich zo langzaam dat nu ook de lichamen de grond treffen en plotseling alles oneindig versnelt en kleurschichten schieten binnen, dralen, trappelen ter plaatse, schieten heen en weer, op en neer door de ruimte, verdwijnen weer even gauw als ze kwamen en de maan trekt een streep aan de hemel.





Steven Spielberg




De aarde dreunt. Ze ontwaken. De kamer is verlaten, er is geen teken van leven meer. Er klinkt gegil in de verte. Het gedreun blijft maar naderen. Een onaardse schreeuw weerklinkt ergens buiten, boven hun hoofden. Gesnuif. Een enorme reptielenoogbol schuift zich voor het raam. Ze gillen, draaien zich om en rennen voor hun leven. Gelukkig, een kamer zonder ramen. Ze hijgen, hun beider borsten gaan snel op en neer. Hij ziet zowaar helemaal paars. Ze trekt een pruillip. "Ik wil naar huis bellen." Ze neemt de telefoon die daar toevallig net hangt.





David Lynch




Alles verdwijnt in de donkere hoorn van de telefoon. Hij is een dinosaurus en zij een politieman. "Silencio." Een droom en een vis. Ze barst in snikken uit en rent op hem af, maar hij is er niet. Hij wordt gekweld door de herinnering aan haar en keert de hoorn om en om in zijn handen. Hij ruikt nog eens aan de blauwe zijde van haar kleed. Ze vertrekken samen naar het vliegveld.





Michael Curtiz



Hij trekt zijn regenjas weer op tegen de gure wind. Hij neemt afscheid van de forse Afrikaan, die zal vluchten met het vliegtuig. De Afrikaan knikt begrijpend als zij beduidt dat ze liever alleen afscheid van hem neemt en stapt alvast het vliegtuig in. In tranen keert ze zich naar hem toe, maar hij schudt haar dooreen, stevig maar liefdevol, en overtuigt haar ook dat vliegtuig op te stappen. De rotoren ronken achter hen. Het is tijd om te gaan. Parijs zullen ze altijd hebben.
Ze rent snikkend het vliegtuig op, dat seconden later opstijgt. De spichtige rosse man, in politieuniform, komt op hem toe. Gezamenlijk stappen ze weg in de mist. Hij lacht cynisch.

"Louis, ik denk dat dit het begin is van een mooie vriendschap."

1 opmerking:

Henri Menheere zei

Vraagje: ben mijn adreslijst aan het bijwerken en alle bloggers aan het toegoeven die ik volg. Zou ik je mij je naam en mail adres kunnen sturen aub?

groetjes

Henri