maandag 20 november 2023

Ouverture

De koffiezet pruttelt. Alex Turner oreert: "there's this tune I found that makes me think of you somehow and I play it on repeat" en omdat dat exact het nummer is dat Syl aan Robin doet denken, staat het op repeat. Dus oreert Alex Turner dat herhaaldelijk. De hele dag door. Over het gezoem van de stofzuiger heen. Tussen het gespetter van de afwas. Tijdens de stoomstoten van het strijkijzer.
Bon, uiteraard monopoliseert Turner de oren van Syl niet werkelijk de gehele dag. Ertussendoor kweelt Syl ook mee met "het liefst zou ik willen sreeuwen" en "rode wijn op het tehras" - al is dat van weinig toepassing op Robin, die in het geheel nooit voor hem gekozen heeft - met een iets geschikter "j'ai beau mentir, tout me ramène à toi" en met een keur aan andere melancholische liefdesverklaringen in het ijle. Vanavond, wanneer de wijn het heeft overgenomen, wordt dat meer "in every melody and in every little scar" en "il n'y a pas d'amour heureux." Voor de treurnis echter geheel toeslaat met het ingaan van de lentenacht, bevestigt Syl dus eerst nog een keer of dertien dat dit wijsje hem op de een of andere manier aan Robin denken doet.

De keuken kijkt uit op de achterkanten van huizen. Syl snijdt ajuin voor zijn erg late avondmaal. Het is al donker. Verlichte ramen verklappen waar er andere mensen wakker zijn. Verstopt achter de bottende kruin van een boom zijn twee ramen van de huizen ietsje om de hoek. Ze zijn dichtbij genoeg dat Syl kan binnen kijken. Misschien dat hij Rear Window in het echt zou meemaken. In een van de zichtbare kamers zitten mensen aan tafel. Hun hoofden zijn uit het zicht, maar Syl kan het gesticuleren volgen van iemand die een druk verhaal is aan het doen. Iemand die gezelschap heeft. Misschien iemand die een hele uitleg afsteekt over zware werkdagen, maar eigenlijk al met al gewoon heel content is in zijn job en dat zo stiekem etaleert. Syl gooit de gesneden ajuin bij de patatten in de pan.

PMD of papier vandaag? Hij zou natuurlijk zoals elke week opnieuw de kalender kunnen downloaden, maar de wifi heeft besloten te bevriezen. Toch fraai dat sommige apparaten nog respect hebben voor de ijsheiligen. Syl trekt het raam open om te kijken wat de buren hebben gedaan. Aan de overkant zijn geen vuilzakken te bespeuren. Zou daar een andere ophaalroute zijn? Hij buigt dan maar over de vensterbank om in de diepte te speuren naar het trottoir aan zijn eigen kant. Dat oogt als blauwe zakken. De straatstenen knipogen uitnodigend, de vloer veert aanmoedigend. Lang zou het allemaal niet duren. Hij richt zich weer op. Er is nog wijn om gedronken, boeken om gelezen, berichten om gestuurd te worden. Er is nog melancholie om door verteerd te worden, wie moet dat anders doen?

En er zijn natuurlijk ook nog vergaderingen die een mail hadden kunnen zijn die verdragen moeten worden. Syl gaat voor de zevenentwintigste keer verzitten en gluurt vanuit zijn ooghoek naar de laptop van de CFO. Nóg vier slides na deze. Hoeveel cijfers kunnen er zijn om volkomen toepassingsloze informatie over te neuzelen? Beweging in de gang naast het glazen vergaderkot: Robin passeert al voor de vijfde keer. Wat heeft ze in vredesnaam te doen waarvoor ze hier zo vaak moet langs lopen? Syl vangt haar blik, ze glimlacht. Ze glimlacht! Zijn maag wordt drie verdiepingen hoger gekatapulteerd. Ze is al weer weg, was het echt? Ze glimlachte, was het voor hem? Niemand anders heeft de eminente gebeurtenis opgemerkt. Hij moet wel de uitverkorene geweest zijn.

De koffie-automaat ratelt. Dat zo een ding van een paar duizend euro niet wat gedempter kond kan doen van het feit dat er iemand cafeïne in zijn systeem wenst te hijsen, blijft Syl verbazen. Hij reikt naar de dampende mok. "O, hey, sorry." Haar handen strijken over zijn schouders terwijl ze zich langs hem manoeuvreert om ook een tas uit de kast te halen. De lichten vallen even uit om alle elektriciteit in het gebouw door Syls lijf te kunnen jagen, om daarna eens zo helder terug te keren. Hij stapt onhandig opzij, stamelt een "ik ben juist gereed, je kan", grijpt half naast de koffie en morst er over zijn hand. "Merde!" Hij zet de tas weer neer. "Ik ben weer eens in mijne lompe vandaag." Hij houdt zijn hand onder de koude kraan en speurt dan vruchteloos naar een handdoek. Robin staat al naast hem met eentje, ze grijpt zijn hand vast en droogt hem af, haar gladde vingers glijden over zijn huid. Ze glimlacht. Ze glimlacht, er is geen twijfel. "Sorry, ik wilde je niet doen verschieten." De geruststellende woorden struikelen over elkaar in Syls strottenhoofd, maar uiteindelijk weet hij er toch uit te brengen: "Het is niks, hoor." En dan slaagt hij er zelfs in om goed te ademen en te vervolgen: "Met zulke snelle zorg heb ik geen schrik voor wat gemorste koffie." Ze lacht en knijpt daarbij in zijn pols. Dan gaat haar telefoon en ze neemt op. "Schat? Nee, ik werk laat vandaag, dat weet je, jij moet ze van school halen." Syl neemt zijn koffie tegoei vast en keert terug naar zijn bureau. Het lukt hem om niet te sidderen, maar alles binnenin hem viert carnaval. Waarom is hij plots weer vijftien in haar bijzijn?

Sommige mensen in de Colruyt lijken opzettelijk de slechtste plaatsen te kiezen om hun kar te laten staan. Een ouder koppel zet Syl zo minutenlang klem achter een winkelbediende bij zijn aanvulkar. Wanneer Syl dan eindelijk langs die kar kan glippen, besluit de oude man om aan de lompste, langzaamst mogelijke draaibeweging te beginnen, werkelijk alsof hij het erom doet. Syl zegt er niks van, het kan hem allemaal niet verstoren vandaag. In zijn oortjes vraagt Alex Turner "Are you mine?" en Syl grijnst breed, gelukzalig. Hij schat de inhoud van zijn winkelkar in en besluit dat er nog wel een paar flessen crémant bij kunnen.

Met de schemering zet het knagen op. Hij vergist zich. Robin is vriendelijk tegen iedereen. Ze is gewoon zo een fysiek type dat gemakkelijk anderen aanraakt, zonder daar wat dan ook mee te bedoelen. Ze had geglimlacht om zijn vermoeide kop in de vergadering. Ze heeft een vent en kinderen.
Syl kijkt naar de handen die gisteren druk een uitleg ondersteunden. Vandaag snijden ze een stuk vlees. Dat ze veel minder geanimeerd zijn, duidt er allicht op dat hun eigenaar ditmaal de luisterende partij is. Syl draait zich om naar zijn frigo. Er staan twee flessen crémant in de deur. Hij laat ze staan, pakt alleen een paar eieren. Hij bakt ze en versnippert het roerei in de rest van de nasi. Hij neemt zijn ene bord mee naar de zetel. "Before one of us has accidental babies." Syl gnuift. Dat is al lang en breed voorbij.

De automaat giert dat er geen koffiebonen meer in zitten. Robin is de afgelopen twee weken haar bureau niet uit geweest. Of als ze dat wel is geweest, heeft ze dat geniaal getimed om Syl te ontlopen. Haar deur was ook steeds dicht. De eerste dagen liep hij meer dan nodig door de gangen. Collega's aan de bureaus rondom hem hadden hem gevraagd of er misschien iets mis was met zijn darmen. Zo voelde het wel ongeveer voor Syl. Die ene dag carnaval kende een dagenlange opkuiskater in zijn ingewanden. De deadlines begonnen zich op te stapelen. Dat was ook het ene bericht dat Syl had gehoord van Robin, dat hij te laat was met iets. Vandaag is het dus crunchtijd. En net nu is er dus geen koffie. Ook geen bonen meer te bekennen in de kast. Syl draait op zijn hakken en botst ei zo na tegen Robin op, ze grijpt naar zijn schouder, hij houdt haar arm vast. "Oh, sorry, sorry, ik zag niet...", hij hijgt, lacht een beetje en weet zijn houding te hervinden om te vervolgen: "De koffie is op." Syl kijkt naar zijn schoenen, Robin glimlacht. "Ah, jammer. Net wanneer ik overwerk." Syl kijkt op: "Jij ook dan? Ik..." Hij schraapt zijn keel: "Exact mijn gedachte." "Ik bel Frankie even of er nog een bijvulling geregeld kan worden vandaag." Ze wrijft nog eens over zijn schouder en keert zich dan weer van hem af.

Net wanneer tegen halfvijf de meeste collega's vertrekken, komt Frankie langs. "Blijkbaar wilde jij ook graag weten dat er terug koffie is." Syl steekt zijn duim omhoog. "Merci." Zodra de vertrekdrukte wat is opgeklaard, gaat hij om een tas. Het is stil in de gangen, er lijkt niemand anders meer te zijn. Met de koffie in zijn handen weifelt hij even. Dan stapt hij richting Robins bureau. De deur staat op een kier. "...nog veel werk, ik zie je morgen, dan wandelen we samen naar school." Hij klopt zachtjes aan, de deur gaat verder open. Robin kijkt op, Syl wijst naar de tas met een vragende blik. Ze knikt. "Zwart goed?", vraagt hij gedempt, waarop ze een "perfect" symbool maakt. Haar gesprekstoon aan de telefoon verandert van kind naar volwassene. Syl zet de koffie neer, ze tikt even zijn hand aan. Hij keert op zijn schreden terug naar de automaat, regelt koffie voor zichzelf en gaat terug naar zijn eigen werkplek.

"Syl?" Ze staat met haar laptop in de hand naast hem. "Kan je even meekijken?" Ze zet de computer neer op zijn bureau en trekt een stoel dichtbij. Syl voelt haar warmte naar hem toe stralen. Hij probeert zich op het scherm te focussen en haar uitleg te volgen, maar hij werpt ook steelse blikken op haar lippen die zo nabij de zijne bewegen. Gelukkig houdt hij zijn hoofd er genoeg bij om haar vraag te vatten. Hij neemt het toetsenbord over: "Mag ik even proberen? Ik weet het ook niet zeker." Terwijl hij tokkelt, laat Robin als verstrooid haar hand op zijn rug rusten. "Ik denk", begint Syl, "dat dit het wel zou moeten zijn." Hij gaat recht zitten, haar arm glijdt verder om hem heen, haar gezicht is plots heel dichtbij. "Was er... nog een ander probleem?" Haar hand aait zijn wang. Ze schudt haar hoofd nauwelijks merkbaar. "Geen probleem dat jij kan oplossen, Syl." Ze wachten als verstard op elkaar. Later zouden ze met geen mogelijkheid meer kunnen zeggen wie de laatste enorme millimeters overbrugde.

Geen opmerkingen: