vrijdag 22 december 2023

Lik op stuk

Als enthousiaste ongediplomeerde terzake, vind ik het een amusant idee om linguïstiek, volkomen verdedigbaar, met een synoniem uit te leggen als tongkunde, waarin ik overigens eveneens ongediplomeerd ben en bij tijd en wijle ook enthousiast. Laat ons eens nagaan of ik, tongue firmly planted in cheek, jou ook de smaak kan te pakken laten krijgen op het kruis van linguïstiek en tongkunde.

Wie enigszins geeft om het genoegen van de vrouwelijke kunne is vast niet onbekend met de kunst van cunnilingus. Plak twee lichaamsdelen tegen elkaar en het is duidelijk wat we bedoelen, namelijk: plak ook in de praktijk die twee lichaamsdelen tegen elkaar. Sterker nog, eigenlijk zitten we hier met het werkwoord lingere - likken - maar het is evident etymologisch verwant met lingua. Dus lichaamsdeel en lichaamsdeelinstructie, heel erg helder allemaal. Veel helderder dan "zuigende." Zuigende waaraan?
Ook is de lingus veel creatiever inzetbaar. Het androgyn inzetbare anilingus bestaat namelijk ook, ook wel bekend als tongue-in-between-cheeks. (En specifiek in Beveren ook wel als vanilingus.) Maar dat gaat niet ver genoeg.

Laat ik even helder zijn: "dat gaat niet ver genoeg" is hier een taalkundige bemerking. Het is geen uitspraak over toegepaste tongkunde. Ga daarin vooral na hoe ver alle betrokken partijen wensen te gaan en zorg dat er immer enthousiaste instemming is.

Het gaat niet ver genoeg, omdat er meer mogelijkheden zijn.
Om te beginnen stel ik lingualingus voor. Of lingilingus, om meer in lijn te blijven met de andere, wel, lingi. Lingilingus heeft ook nog eens de toegevoegde waarde enigszins op een onomatopee te lijken. Al is dat dan misschien vooral bij mensen die hun tong hebben gepiercet met een belletje. In het vroege stadium zal er vast een hoop dentilingus en labilingus zijn. Als je erg onhandig of olijk bent misschien ook wat nasilingus. Geef niet op, met allebei enthousiast instemmende oefeningen & uitdagingen - ofte aeiou - komen jullie uiteindelijke tot klinkende lingilingus.
Laten we daar echter niet zomaar ophouden. Er is nog zoveel lijfelijks om over te likkebaarden. Maar geen daadwerkelijke baarden, dat kan niet geweldig zijn. Of wel, als het je geen zorgen baart.
Ik stel papillilingus voor. Wellicht ben je nu in de war: papillen zitten al op de tong, toch? Is dat dan niet gewoon veel te intense, specifieke lingilingus? Het Latijn heeft daar een andere mening over. Papillen zijn kleine uitsteeksels, dat hebben ze gemeen met papilla. Alleen zijn er van die laatste in de regel minder. Twee is nogal typisch. Zo je wil kan je ook voor mamillingus opteren. Dat suggereert misschien wel een iets minder zorgvuldige aanpak; tepel en borst kunnen pars pro toto of totum pro parte dienen. Het hangt er maar vanaf of je daarvan pap gegeten hebt.
Aurilingus behoort ook nog tot de mogelijkheden. Let op: sommige mensen hebben misofonie. Je wil niet dat je linguïstische bezigheden tot een tongtwist leiden. 

(Let ook op met de whisky en de mixer, dat leidt al te gauw tot kotspoets.)

Verder verdient ook de onfortuinlijke praktijk van de calcaneïlingus nog even onze aandacht. Wederzijds genoegen is hier in de regel ver te zoeken, enthousiasme en instemming enerzijds geveinsd, anderzijds vanuit de superioriteit aangereikt, als een genade verlenende scepter. Varianten in de aangename sfeer bestaan, zolang calcaneum en lingus slechts tijdelijke rollen zijn. Als je merkt dat ze verankerde hiërarchie zijn, kunnen we slechts de snelste vluchtroute aanbevelen.

Tenslotte: als je aan subcutanilingus bezig bent, wordt het misschien dringend tijd om te controleren of je een spiegelbeeld hebt.

Geen opmerkingen: